Fragmenten uit het proefschrift over Gerard Chorusdoor Martin Birmanns, Aken 1913 vertaling uit het Duits: Boudewijn Chorus [Bronverwijzingen/noten zijn in onderstaande tekst ter wille van de leesbaarheid niet opgenomen. Deze zijn wel te vinden in de pdf-versie die u hier kunt downloaden.] |
|||||||||
INHOUD Uit hoofdstuk 1: De voorouders van Gerard Chorus en zijn privéleven Uit hoofdstuk 1: De voorouders van Gerard Chorus en zijn privéleven De vrije burgers van Aken De patriciërs waren eigenaren van grotere stukken vrije grond, die ze verpachtten aan de zich vestigende inwoners. Deze immigranten waren in Aken zeer talrijk, vooral in de 13e eeuw. Want terwijl in de meeste steden de regel gold dat een immigrant pas dan volledige vrijheid verwierf als zijn pachtheer niet binnen een jaar en een dag zijn recht liet gelden, beloofde Frederik II in 1244 alle zich nieuw vestigende burgers in Aken vrijheid van meet af aan. Ontstaan van de naam Chorus De schrijfwijze van de naam is uiteenlopend. Naast de meest gebruikelijke vorm Chorus komen voor: Corus, Choris, Coris, Corys, Choerus en Korus, Koris, Korres en Kores. Thans is de schrijfwijze Chorus gebruikelijk. De naam Chorus is een van de weinige echt Latijnse namen die in de historische bronnen van Aken voorkomen. Welliswaar komt de naam Chorus niet voor in Latijnse opschriften, maar wel de vormen Corius en Corvius. Eerste vermelding van een Chorus Aangezien alleen burgers bij officiële transacties als getuigen konden optreden, bezaten de Chorussen destijds dus reeds het burgerrecht. In dienst van de stad en in de beleving van hun stadsgenoten zien wij hen gestaag stijgen, want steeds vaker werd hun naam genoemd in oorkonden. In 1250 verkocht een ridder Henric von der Forst aan de parochie van Aken enkele landerijen in de buurt van de stad, in de streek die tot Aken werd gerekend. Twee leden van de familie Chorus traden op als getuige, namelijk Wilhelm Chorus en zijn broer Henric, met de bijnaam Skappo. Een andere Henric Chorus werd in 1317 vermeld, eveneens als getuige, in een oorkonde waarmee werd bevestigd dat ene Reinald von Montjoie 1.050 mark leende van de Akense schepen Arnold Wilde, tegen een rente van 200 mark. Verder werden nog vier verschillende Henrics Chorus opgesomd in een necrologie uit de abdij van Burtscheid. Helaas staat nergens een jaartal vermeld, zodat we van die Chorussen alleen de overlijdensdag kennen: 20 februari, 12 april, 21 april en 4 juni. Allen behoorden tot dezelfde familie De namen van de ouders van Gerard zijn niet bekend. Ook weten we niets over zijn jeugd en adolescentie. De eerste maal dat hij genoemd wordt is hij reeds burgemeester van de stad, in 1327. Omdat het mogelijk is dat hij dit ambt al eerder bekleedde en men een jonge man onder de dertig deze belangrijke functie zeker niet zal hebben toevertrouwd, kan men ervan uitgaan dat Gerards geboortejaar ongeveer 1290 zal zijn geweest. (−) Vermogen en bezit van Gerard Chorus Hij bezat een huis aan de vroegere Scherpstrasse, die zijn naam te danken had aan de punt die deze straat dichtbij het begin van de huidige Jesuitenstrasse vormt. Tegenwoordig heet de straat Annastrasse. Naast dit huis bezat Gerard diverse landerijen. Zo hoorden aan hem twee morgen (1 ¾ hectare) weidegrond toe bij Schauvemond tegenover Krugenofen, waarvan er een later toeviel aan het Matthiashof en de andere aan ene Johann von Gimmenich. Drie morgen land (2 ½ hectare) bezat hij in Lanzenborn, tussen Aken en Vaals. Wijnbergen Gerard was echter voor zijn levensonderhoud niet aangewezen op bedrijfsinkomsten. Want naast het genoemde vermogen genoot hij inkomen uit meerdere functies. Als burgemeester ontving hij aan het eind van zijn ambtstermijn (steeds één jaar) honderd mark, buiten de presentiegelden voor iedere raadsvergadering. Als stadsvoogd (rechter) kreeg hij een deel van de boetes die het College van Schepenen oplegde en als schepen een deel van de gerechtelijke kosten. Over inkomsten uit het ambt van meier ontbreken gegevens. Misschien bezat ook zijn echtgenote vermogen. Haar familienaam kennen we niet, haar voornaam was Katharina. Misschien was zij een Schellart, maar bewijzen daarvoor ontbreken. In oorkondes werd bij de vermelding van vrouwen de familienaam bijna nooit gebruikt. (−) Giften aan de kerk In 1335 verleende paus Benedictus XII vanuit Avignon een bijzondere aflaatregeling aan de abdij van Burtscheid (die sowieso rijk bedeeld werd met aflaten), waarvan de oorkonde bewaard is gebleven. De regeling werd opgesteld door aartsbisschop Wilhelm (van Keulen) en veertien bisschoppen en verleent een aflaat van veertig dagen aan ieder die, zonder zonden, op bepaalde kerkelijke feestdagen de abdijkerk van Burtscheid bezoekt, daar bepaalde gebeden opzegt en de abdij een weldaad bewijzen. In een bijlage staat echter vermeld, dat ook ieder de aflaat deelachtig wordt die voor het zielenheil van Gerard Chorus en zijn echtgenote bidt. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Gerard Chorus een groot weldoener van de abdij in Burtscheid moet zijn geweest. (−) De kleuren van de miniatuurschilderingen op de oorkonde zijn vooral rood, geel en violet. (−) Links onder de grote initiaalletter 'U' knielt een biddende man, met het bijschrift Dominus Gerardus Chorus. Hij draagt een violetkleurig kerkelijk gewaad. De afgebeelde is opmerkelijk lang, met een relatief klein hoofd. De handen heft Gerard ten hemel. Zijn hoofd is onbedekt, het haar zeer dicht. (−) Onder Johannes de Doper is de echtgenote van ridder Chorus afgebeeld, eveneens in knielende houding. Ook zij draagt een violet gewaad. De handen houdt zij voor de borst gevouwen om te bidden. Haar gezicht is onbedekt, het haar bedekt met een tot op de schouder vallende hoofddoek. Boven haar hoofd staat het bijschrift Domina Katerina. [Zie de afbeelding van deze oorkonde hieronder.] Deze vrome ridder, die de geestelijken aan hun gelovigen ten voorbeeld stelden, kon naar de opvattingen van zijn tijd de dood met een gerust hart in de ogen zien. Op hoge leeftijd stierf hij op 20 april 1367, nadat hij de abdij Burtscheid nog een jaarlijkse rente van 5 mark en 40 schillingen had gelegateerd. (−).
| |||||||||
Oorkonde uit 1335 met aflaat voor Gerard Chorus en zijn vrouw Katharina, verleend door paus Benediktus XII vanuit Avignon aan het klooster te Burtscheid, bij Aken. Birmanns beschrijft de oorkonde in hoofdstuk 1. De tekst van de aflaatakte heeft hij niet opgenomen in zijn dissertatie, maar volgt hieronder. Helaas zijn de bischoppelijke zegels op deze afbeelding niet zichtbaar. De oorkonde wordt bewaard in het Landesarchiv Nordrhein-Westfalen te Duisburg. Een vertaling van de akte vindt u hier. |
|||||||||
Tekst oorkonde ‘Aflaat’ (11 januari 1335) |
|||||||||